Tien grootste palliatieve uitdagingen

Aan het einde van het jaar, is het altijd tijd voor ‘de lijstjes’. Reden om op het recente Nationaal Congres Palliatieve Zorg en via social media aan palliatieve zorgverleners te vragen wat volgens hen de grootste uitdagingen op gebied van palliatieve zorg zijn. Hier komt de meest urgente top tien:

1. Onderwijs aanbieden over palliatieve zorg aan alle verpleegkundigen en verzorgden (zowel in de reguliere opleidingen als via bijscholing)

2. Onderwijs aanbieden over palliatieve zorg aan alle artsen (zowel in de geneeskundeopleidingen als in de bijscholing)

3. Een overzichtelijke bekostigingsstructuur voor palliatieve zorg in alle settingen

4. Volledige en – voor de betrokken hulpverleners – ook bereikbare overdrachtinformatie in zowel de eerste lijn (huisarts-huisartsenpost) als tussen de eerste en tweede lijn (huisarts-ziekenhuis vice versa), zodat continuïteit van zorg in weekenden en avonduren beter gegarandeerd wordt

5. Grotere bewustwording over palliatieve patiënten in ziekenhuizen, met name als het gaat om patiënten met COPD/hartfalen en andere niet-oncologische aandoeningen

6. Grotere bewustwording van sterfelijkheid in de maatschappij, zodat advance care planning beter gedijt

7. Betere bekendheid met de breedte van het (regionale) palliatieve zorgaanbod onder zorgverleners

8. Grotere aandacht voor palliatieve zorg van patiëntenverenigingen en fondsen als KWF Kankerbestrijding, Alzheimer Nederland, Longfonds en Hartstichting

9. Beschikbaarheid ‘goede plekken om te sterven’ buiten hospices en de thuissituatie om; in ziekenhuizen, maar ook in instellingen voor mensen met een verstandelijke handicap of psychiatrische ziekte

10. Meer bekendheid onder zorgverleners en burgers over de voordelen van (vroegtijdige) palliatieve zorg, als alternatief voor ‘doorbehandelen’

Palliantie en de wonderbaarlijke hoofdrol voor academische ziekenhuizen

In de verdeling van de 51 miljoen euro die vanuit het programma Palliantie tot aan 2020 wordt besteed aan de verbetering van palliatieve zorg, is een hoofdrol weggelegd voor academische ziekenhuizen. Zij zijn immers de grootste partij in de Consortia Palliatieve Zorg, de belangrijkste subsidiekandidaten voor het programma: bij 90% van de toegewezen projecten zijn deze Consortia betrokken.

“Aan academische ziekenhuizen vragen de palliatieve zorg te verbeteren is vergelijkbaar met het consulteren van een seriemoordenaar bij de verbetering van geboortezorg”, hield ik directeur Henk Smid van ZonMw onlangs voor. Het klinkt misschien wat banaal en overdreven, maar dit is wat aan die oneliner ten grondslag ligt:

1. Een belangrijke vereiste voor goede palliatieve zorg is een intieme, kleinschalige, warme omgeving. Kom daar eens om bij academische ziekenhuizen.

2. Een andere belangrijke vereiste voor goede palliatieve zorg is een holistische kijk op de mens. Er is geen andere setting in de gezondheidszorg te vinden, waar het beperkte bio-medische model zo de boventoon voert. Vergelijk het eens met de vanzelfsprekende multidimensionele, systemische kijk die in verpleeghuizen en hospices gangbaar is.

3. Het ontstaan van palliatieve zorg vond haar oorsprong in verzet tegen overbehandeling door curatief ingestelde artsen. De goede niet te na gesproken… Het gros van de medisch specialisten is anno nu nog steeds met name curatief ingesteld. Kunnen we van hen ‘palliatief denken’ verwachten?

4. Palliatieve zorg kent belangrijke wortels in de hospicewereld, een wereld waarin gestorven wordt. Terminale zorg is nog steeds een belangrijk onderdeel van palliatieve zorg. Als academische ziekenhuizen ergens níet in uitblinken, is het de zorg voor stervenden. In kennis, in attitude en in randvoorwaarden (locatie, sfeer). Waar een academisch ziekenhuis van de nabestaanden gemiddeld een 6,4 voor de verleende zorg krijgt, krijgen hospices een 9,5.

Al met al lijkt het me een zeer gerechtigde vraag: hoe komen het ministerie van VWS en ZonMw, de eigenaren van Palliantie, op het idee die academische ziekenhuizen zo’n grote vinger in de pap te geven bij de gewenste verbeteringen op het gebied van palliatieve zorg? Welke (zorg)inhoudelijke gedachte gaat hierachter schuil? Of is er helemaal geen (zorg)inhoudelijke gedachte die dit verklaart? Is het gewoon logistieke gemakzucht?

Het is hoe dan ook een misser van de bovenste plank dat expert-instellingen in palliatieve zorgverlening – verpleeghuizen en hospices – geen leidende rol hebben in het verbeteren van palliatieve zorg.