Het rouwmodel van Kübler-Ross is misleidend en schadelijk

Zouden er verpleegkundigen bestaan die tijdens hun opleiding níet geïnformeerd zijn over het rouwmodel van Elisabeth Kübler-Ross? In haar model beschrijft ze door welke stadia mensen gaan, nadat ze iemand hebben verloren; van ontkenning en woede ga je naar een onderhandelingsfase, vervolgens beland je in een depressie en uiteindelijk bereik je de acceptatie.

Sinds de presentatie van haar theorie, in 1969, zijn – over de gehele wereld – miljoenen professionals in de gezondheidszorg en het welzijn opgeleid met deze theorie. Ook vandaag de dag gebeurt dat nog steeds. Het grappige is: er klopt geen snars van. Kübler-Ross benoemde de stadia op basis van een aantal gesprekken die ze met stervenden voerde. Terloops verklaarde ze ze ook van toepassing op rouwenden.

Terwijl ze in haar model een béschrijvende fasering aangeeft, is het uitgegroeid tot een vóórschrijvende fasering. Met andere woorden: rouwenden (en al die miljoenen professionals om hen heen) zijn gaan denken dat deze volgorde van emoties en ervaringen de goede manier van rouwen is. Er zijn vele voorbeelden bekend van mensen die zich afvroegen of ze wel goed rouwden, omdat ze bij zichzelf een bepaalde fase hadden gemist. Of die hulp gingen zoeken omdat ze merkten dat ze opnieuw in ‘de woede-fase’ terecht waren gekomen, terwijl ze die eigenlijk al gehad moesten hebben.

Het model is dus misleidend en daarmee schadelijk.

Als model onder de vele honderden modellen die er zijn in de psychologie, slaat het ook nergens op. De fases zijn een combinatie van gevoelens (zoals woede) en houdingen (zoals acceptatie). Dan is het gewoon een onzin-model. Er is honderden keren geprobeerd wetenschappelijk bewijs te vinden voor die opeenvolging van de vijf stadia. Dat bewijs is nooit gevonden.

Het ongelooflijk precaire, intieme, complexe, persoonlijke palet van gevoelens en gedragingen, dat optreedt na het verlies van iemand van wie je veel hield, heeft Kübler-Ross vastgelegd in een soort mal. Alsof ieder individu slechts vijf gevoelens en houdingen mag beleven in zijn rouwproces. Dat gelooft toch niemand? Ja, dat doen we grotendeels nog wel.

Hoe heeft het zo populair kunnen worden? Waarom is het nog niet volledig aan de kant geschoven, dank zij de komst van nieuwe modellen en visies (van bij voorbeeld Wolfelt of Stroebe & Schut)? Waarom zijn ook de lichtelijk relativerende woorden van Kübler-Ross zelf over haar theorie, in het boek dat ze in 2005 samen met Kessler schreef, nooit geland? En waarom heeft alle kritiek op het model, zoals die al sinds de jaren 90 van de vorige eeuw in de vakpers alle ruimte krijgt, geen enkele invloed op ons denken over rouw?

Heel eenvoudig: zo’n model is lekker simpel en overzichtelijk. Het is verleidelijk om daarin te geloven. Laten we wel wezen: in rouw zijn gaat gepaard met behoorlijk wat chaos en verwarring. Hoe fijn is het dan om te denken dat daaronder toch een soort orde of structuur zit? Het model biedt daarnaast ook hoop. Hoop dat er licht aan het eind van de tunnel is, in de vorm van ‘acceptatie’, zodat het leven daarna weer gewoon verder kan gaan. Dus hou me ten goede: het model heeft zeker waarde. Maar naar de schadelijke kantem wordt veel te weinig gekeken.

Ik wens u, ten aanzien van deze laatste constatering, een prettig verblijf in de acceptatiefase toe.