Langzaam maar zeker zetten palliatieve koepelorganisaties hun jaarrekeningen online, zoals zij wettelijk verplicht zijn. Laten we de eerste twee van PZNL eens gaan bekijken, over de jaren 2018 en 2019.
Het is de verdienste van niemand anders dan cure/care consultant Erik Eijrond dat diverse palliatieve koepelorganisaties hun jaarrekeningen sinds kort online zetten. Dat zijn ze natuurlijk al vele jaren wettelijk verplicht, maar om één of andere reden kwam het er niet van. Noem het luiheid, noem het onverschilligheid, noem het amateurisme, noem het onwetendheid… Ik heb geen idee. Hoe dan ook, ze waren nergens openbaar in te zien.
Dat stoorde Erik Eijrond. En als een ware Don Quichot ging hij de palliatieve molens te lijf. Hij schreef mails en werd genegeerd. Hij schreef mails en werd opnieuw genegeerd. Hij schreef mails en hij werd aan het lijntje gehouden. Hij schreef mails en hij werd naar een kastje gestuurd. Hij schreef mails en hij werd naar een muur gestuurd. Hij schreef opnieuw mails en er kwam zowaar, langzaam maar zeker, beweging in die logge molens. Fibula stuurde hem bijvoorbeeld een jaarrekening over 2019 toe. Dat is nog geen ‘openbaarmaking’, maar het was een begin.
PZNL behield lange tijd de nodige weerstand tegen het openbaren van de jaarrekeningen. Waarom? Zoals ik al zei: geen idee. Niemand beargumenteert dergelijke keuzes, zo simpel gaat dat in die wereld. Agora heeft over de afgelopen vijftien jaar nog steeds niets gepubliceerd, maar het lijkt een kwestie van tijd voordat die – conform de wettelijke verplichting, zeg ik er nog maar even bij: Eijrond stelt geheel geen rare vragen – te zien zijn. (N.B. Inderdaad, op 4 mei heeft Agora enkele jaarrekeningen gepubliceerd.)
De palliatieve bal begon overigens pas te rollen nadat IKNL in maart overstag was gegaan. Deze organisatie, met een jaarlijkse begroting van zo’n 47 miljoen euro, kwam er al vele jaren mee weg om geen enkele financiële verantwoording in de openbaarheid af te leggen. Toen IKNL daar na lang aandringen van Eijrond in veranderde, was dat het spreekwoordelijke schaap dat over de dam ging. Collega-schapen als PZNL en Fibula volgden. Niet zo vreemd overigens, want IKNL voert het beheer uit over de financiële administratie van PZNL en Fibula. Wie schreef er ook alweer ooit iets over de dikke vinger van IKNL in de PZNL-pap?
Andermans veren
Anyway. PZNL kwam begin april een beetje over de brug door de jaarrekeningen van 2018 en 2019 naar Erik Eijrond te sturen. Daarover maakte hij samenvattingen voor Twitter. Over het algemeen gesteld vind ik álles aan palliatieve zorg en de daarbij horende palliatieve zorgwereld interessant, maar ik heb één ‘no go area’: alle financiële gedoe. En dan heb ik het vooral over al die wetten en subsidieregels – voor Netwerken Palliatieve Zorg, voor hospices, et cetera – die jaarlijks veranderen. Ik vond die jaarrekeningen – net als jaarverslagen – ook onder ‘het financiële gedoe’ vallen, dus ze boeiden me eigenlijk niet.
Ik raakte, om kort te gaan, pas geïnteresseerd in de jaarverslagen en jaarrekeningen van PZNL na de tweet van Erik Eijrond. Want, zo las ik in zijn samenvatting, ze pronken daarin nogal met andermans veren. Zo doet PZNL alsof ze de drijvende kracht achter de richtlijnen palliatieve zorg zijn (daar zit vooral IKNL achter), alsof ze een grote betrokkenheid heeft bij de honderden PaTz-groepen (daar zit vooral Stichting PaTz achter), alsof ze het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg heeft ontwikkeld (een klusje van Palliactief en IKNL) en alsof ze betrokken is bij de geestelijke verzorging in de eerste lijn (een taak van de Netwerken Palliatieve Zorg). Vergelijk je vervolgens de jaarverslagen van PZNL en IKNL, dan vind je daarin ongeveer identieke teksten terug. Wie plagieert nou wie? Dat lijkt me duidelijk. Ik vond het eerlijk gezegd vrij gênant. Je kunt toch wel wat beter je best doen om te verbloemen dat je als PZNL vooralsnog weinig concreets bijdraagt aan de verbetering van palliatieve zorgverlening?
Palliaweb
Ik raakte extra verwonderd toen ik in die samenvattingen zag hoeveel geld PZNL van het ministerie van VWS krijgt: 1,5 miljoen in 2019 en 631.000 euro in 2018. Wat doet men in vredesnaam met zoveel geld, vroeg ik me af. Hoe krijg je dat op? En waarom heb ik daar de afgelopen jaren – deze week bestaat PZNL drie jaar – zo weinig van gemerkt, los van de start van de website Palliaweb?
Vanuit die vraag raakte ik geïnteresseerd in de jaarrekeningen en jaarverslagen van PZNL. Ik mailde één van de zes communicatiemedewerkers met wie ik de afgelopen jaren al eens contact had gehad in relatie tot PZNL. Strekking: fijn dat je allerlei documenten naar Erik Eijrond stuurt, maar ik wil die jaarrekeningen en jaarverslagen ook graag zien. Kunnen jullie ze ergens in het openbaar publiceren, zoals ook – by the way – wettelijk verplicht is? Antwoord: de jaarrekeningen zijn opvraagbaar bij de Kamer van Koophandel. Ik naar de site van de Kamer van Koophandel. Tien seconden later wist ik dat er bij de Kamer van Koophandel nog geen enkele jaarrekening was gedeponeerd van PZNL. Ik maakte een screenshot van de constatering op de website van de Kamer van Koophandel dat er geen enkele jaarrekening te vinden was en mailde die naar de communicatiemedewerker. Ze was net zo verbaasd als ik. En een dag later stonden de jaarrekeningen op Palliaweb.
Het duurde even, maar dan heb je ook wat. Maar wát?
Niet veel fraais kan ik u zeggen. Na het doornemen van de jaarrekeningen van 2018 en 2019 wist ik weer precies waarom ik al die financiële dingetjes had genegeerd. Passiva, activa, de balans… Ik word daar niet bepaald warm van, en het zegt allemaal niet zoveel over de realiteit waarover ik doorgaans schrijf. Maar dan zie je opeens toch wat posten opduiken die concrete vraagtekens oproepen. De schriele huisstijl van PZNL kostte in die twee jaar ongeveer 87.000 euro. Aan organisatieontwikkeling en -advies – uitgevoerd door ‘derden’ – was men zo’n 185.000 euro kwijt. Aan communicatie-advies en -ondersteuning – óók uitgevoerd door ‘derden’ – ongeveer eenzelfde bedrag. En de ontwikkeling van de website Palliaweb was in de jaren 2018/2019 goed voor een kostenpost van zo’n 170.000 euro.
Dat zijn overigens nog kruimels in relatie tot de post personeelskosten, want die bedraagt zo’n 900.000 euro. PZNL roept zelf te pas en te onpas – in fout Nederlands weliswaar, maar toch – dat zij zich ‘hart’ maakt voor de palliatieve zorg. Bestaat dat hart vooral uit het betalen van personeelskosten? Dan kan de slogan misschien beter aangepast worden naar ‘we maken ons hart voor ons eigen personeel’. Niets mis mee, en in ieder geval feitelijk meer juist.
Het venijn zat ‘m vooral in de staart van de jaarrekening van 2019. Dáár worden de salarissen van de bestuurders vermeld, een verplichting in het kader van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). En daar komt enig bezwaarlijk gemoed om de hoek kijken voor het schrijven van deze blog, want nu wordt het persoonlijk. PZNL had vanaf de start twee bestuurders: Esmé Wiegman en Jessica Bruijnincx. Beiden zijn inmiddels alweer vertrokken: de één eind 2019, de ander eind 2020. In 2019 slokten zij samen 21,2% van de totale subsidiesom op: ruim drie ton van de 1,5 miljoen. Het jaarinkomen van beide bestuurders was respectievelijk 129.992 en 122.646 euro. Daarnaast kreeg Esmé een ontslagvergoeding van 59.256 euro mee.
Ontslagvergoeding
Toen ik dat las barstte er ergens een bommetje in m’n hoofd. Een bommetje vol vragen. Allerlei formele vragen (die ik uiteraard bij PZNL en Wiegman heb neergelegd, maar die beide partijen niet willen beantwoorden), zoals: waarom moest Wiegman een ontslagvergoeding krijgen? Ging zij niet vrijwillig weg? Als zij niet vrijwillig weg ging, wie wilde dan dat ze weg ging?
Ook maakten deze cijfers mij nieuwsgierig naar het vertrek van bestuurder Bruijnincx. Zij is eind 2020 vertrokken. De jaarrekening over dat jaar zal ergens in mei/juni gepubliceerd moeten worden: nog een paar weken dus. In die jaarrekening zal ook staan of er sprake is geweest van een ontslagvergoeding voor Bruijninck. Om op de openbaarmaking van deze jaarrekening alvast een voorschot te nemen vroeg ik de communicatieadviseur van PZNL hoe het zit: heeft Bruijninckx ook een ontslagvergoeding gekregen, en zo ja, hoe hoog was die dan? En, nu we toch aan het vragen zijn: ging zij vrijwillig weg of niet?
PZNL wil er op dit moment echter niets over zeggen. Bijzonder in dit kader is overigens ook dat er nooit een tweede bestuurder náást de vervanger van Wiegman, Saskia Teunissen, is benoemd, terwijl dat eind 2019 nog wel de bedoeling was (zie bijvoorbeeld deze vacature voor een tweede bestuurslid). Het is minimaal jammer te noemen dat transparantie op dit punt ontbreekt, want ook hierover wil PZNL niets zeggen. En het is maar de vraag of het verstandig is om één bestuurder te hebben, zeker in de palliatieve wereld, waarin belangenverstrengeling voortdurend op de loer ligt. Zou het niet gezonder zijn om daar een tweede persoon naast te zetten?
Hypocriet
De cijfers over de salariëring riepen bij mij ook morele vragen op. Als je jarenlang roept dat bij PZNL alles om de palliatieve patiënt draait (wat de bestuurders uitentreuren hebben gedaan), en je krijgt samen 1,6 miljoen cadeau van het ministerie van VWS om daaraan in 2019 te werken, hoe krijg je het dan voor elkaar om zonder blikken of blozen 21,2% van dat gemeenschapsgeld in je eigen zak te steken? Ik kan daar alleen maar met verbazing naar kijken, te meer er – na drie jaar PZNL – in concrete zin bijzonder weinig winst aan te wijzen is voor de palliatieve patiënt en zijn naasten. Ik heb me afgevraagd of ik daar – voor mezelf – mee zou kunnen wegkomen, met die enorme hap uit de subsidieruif. Maar ik vrees dat ik mezelf een harteloze hypocriet zou vinden. Het zou voelen alsof ik mijn eigen zakken vul terwijl ik naar de buitenwereld toe hoogdravend idealistisch zit te doen. Het voelt heel scheef. Maar goed, Wiegman en Bruinincx hebben waarschijnlijk andere spiegels.
Ik hoor je al denken: het is allemaal precies volgens de regels van de toegestane beloning gegaan, dus hen valt niets te verwijten. Inderdaad: Wiegman en Bruijnincx hadden volgens de regeltjes zelfs een iets hoger salaris mogen krijgen (130.000 euro), en ook de ontslagvergoeding had 15.000 euro hoger mogen zijn. Maar dan snap je mijn punt niet. Moraal gaat niet over wat wettelijk wel of niet kan. Moraal gaat over normen en waarden. De bestuurders van PZNL bleken daar m.i. niet over te beschikken. Zij bleken op dit punt norm- en waardenloos. Wat zegt die norm- en waardenloosheid over de organisatie die zij leidden? Temeer dit alles met goedkeuring is gebeurd door de toenmalige leden van PZNL, waaronder de genoemde IKNL en Fibula.
Ik wil zo graag geloven dat PZNL van toegevoegde waarde is voor palliatieve patiënten (en hun naasten) in Nederland. Maar door de jaarrekeningen ga ik er alleen maar meer over twijfelen. Is dat raar?
N.B. – Donatiemogelijkheid
Als journalist schrijf ik over palliatieve zorg, hospicezorg en uitvaartzorg voor diverse opdrachtgevers. Maar soms zijn er ook verhalen die het verdienen geschreven te worden zonder dat daar een opdrachtgever voor te vinden is. Die publiceer ik gratis op deze website of op de website palliatievezorg.nl. Mocht je dat waarderen, of mocht je onafhankelijke journalistiek in de palliatieve zorg sowieso waarderen, overweeg dan een donatie. Je kunt zelf een bedrag invullen. Alvast dank.
Stel dat een journalist een blog schrijft over, ik noem maar wat, de toestand rondom de notulen van het kabinet. Een scherp blog, met terechte kritiek, gebaseerd op feiten, inclusief (gestrande) pogingen tot wederhoor. Volgens het boekje dus. Geen scheldpartijen, wel een eigen toegevoegde mening (in een blog mag dat). Stel dat hij vervolgens gebeld wordt door iemand uit het werkveld, en dat hij zogenaamd goedbedoeld en vriendelijk gewaarschuwd wordt de toon aan te passen want, en nu quote ik: ‘Je prijst jezelf anders uit de markt’. Stel dat diegene ook wel even laat weten op welke punten de toon veranderd mag worden. En stel dat diegene zegt dat hij het blog inhoudelijk echt wel goed vindt, maar niet durft te liken. En dat anderen, wiens namen niet genoemd worden, ook vinden dat de toon de inhoud tenietdoet, dat weet diegene want hij heeft het blog gedeeld onder een groep mensen uit het eigen netwerk.
Bij mij komen dan spontaan woorden op als: de mond snoeren, verhuld dreigement over toekomstige mogelijke inkomsten, censuur. Ik denk dan dat diegene niet helemaal begrijpt wat een journalist doet, en niet begrijpt dat het heel vreemd is om onder druk van ‘toekomstige mogelijke verdiensten die weleens verloren kunnen gaan door de toon van het stuk’ een onafhankelijk journalist te willen beïnvloeden.
Ik ken de journalist in kwestie nogal goed, en hij heeft aardiger gereageerd dan ik zou hebben gedaan. Ik zou hebben gezegd dat ik het niet op prijs stel om dit soort zogenaamde goedbedoelde telefoontjes te krijgen die feitelijk niets anders zijn dan een poging de mond (deels) te snoeren. Ik zou zeggen dat ik me ook niet bemoei met de uitvoering van de werkzaamheden van de ander, waar ik als ik zou willen ongetwijfeld ook een mening over kan hebben. Ik zou zeggen dat het op z’n zachtst gezegd vreemd is als iemand een blog niet durft te liken. Wat zegt dat over de belangen van diegene, en over de moraal? Ik zou zeggen dat kritiek op de toon en ‘je ondermijnt daarmee de inhoud’ een klassiek en slaapverwekkend drogargument is waarmee eigenlijk vooral gezegd wordt dat de inhoud niet bevalt. Ik zou zeggen dat als het niet bevalt, het een vrij land is: lees het niet, deel het niet, of reageer onder het blog met je boodschap, open en transparant. O. wacht. Open en transparant. Dat was nu nét een belangrijk punt in dat blog. Bovenstaand blog dus, wel te verstaan.