Mijn teksten zijn gejat voor een LLM, is dat erg?

Vind ik het een eer of een schandaal dat Meta op illegale wijze 174 artikelen en boeken van mij heeft gebruikt om de AI-tool Llama te scholen?

Ik ben er nog niet helemaal over uit.

Een half jaar geleden bleek dat het Amerikaanse medium The Atlantic de hand had weten te leggen op het bronmateriaal voor Llama. Met dat materiaal is Llama gevoed. Dus: als u dit Large Language Model een vraag stelt, baseert Llama zich op dat bronmateriaal. Het is een behoorlijk berg boeken en artikelen: 7,5 miljoen boeken en 81 miljoen (wetenschappelijke) artikelen. Meta heeft geen toestemming aan auteurs gevraagd om deze werken te mogen gebruiken, dus we kunnen hier vaststellen dat het waarschijnlijk de grootste illegale tekstendataset is.

Via de website van The Atlantic hoefde je alleen maar je naam in te tikken en dan zag je hoeveel publicaties van jou tot dat bronmateriaal behoorden. Bij mij gaat het om 174 titels: vooral artikelen uit het vakblad Pallium, maar ook uit Nursing. En een paar boeken, zoals Leven na de wending, In het teken van leven en De laatste slaap.

Een eer of een schandaal?

Het is natuurlijk een schandaal, omdat mijn auteursrecht hiermee fors geschonden is. Meta vroeg er zoals gezegd geen toestemming voor, dus ik loop inkomsten mis. Dit ervaren meer auteurs. Niet voor niets heeft de Auteursbond begin dit jaar al een oproep gedaan aan auteurs om een inventarisatie te maken van dit professionele jatwerk.

Is het tegelijkertijd dan ook een eer? Niet in de klassieke zin van het woord. Ik zou me vereerd voelen als ik, op basis van de geconstateerde kwaliteit van het geschrevene, uit een ploeg van 300 over palliatieve zorg schrijvende journalisten zou zijn geselecteerd. Maar zo ligt het niet, want er bestaat maar één journalist op deze wereld die uitsluitend over palliatieve zorg schrijft 😊

Toch kan ik er ook wel vrede mee hebben. Het is niet voor het eerst dat mijn teksten ongevraagd geplagieerd worden. Sinds AI in opkomst is, heb ik al regelmatig meegemaakt dat ik bijvoorbeeld aan ChatGPT iets over palliatieve zorg vraag en dat ik dan bij de bronnen van Ome Sjets antwoorden websiteteksten tegenkom die ik zelf geschreven heb. Dat overkomt ook andere mensen die op zoek zijn naar informatie over palliatieve zorg. Mooi toch? Ze kunnen maar beter goed geïnformeerd worden, denk ik dan. Dat voordeel vind ik groter dan mijn financiële nadeel.

En zeg nou zelf: zo ben ik via mijn teksten – weliswaar niet per se gewenst en ook nogal per ongeluk – een klein beetje meer onsterfelijk dan ik via de boeken en tijdschriften al was. Ook al boeit me dat nauwelijks, ik kan daar moeilijk tégen zijn.