De eerste 100 dagen bij PZNL

Deze week ben ik 100 dagen geleden in dienst gekomen bij PZNL. Tijd voor een korte terugblik: wat heb ik in die tijd kunnen doen, en wat nog niet?

Door de switch naar PZNL is er in mijn werkzame leven veel hetzelfde gebleven: net als in de kleine dertig jaar ervoor, draait het immers nog steeds om ‘aandacht voor palliatieve zorg’. Ik voel me dan ook als een vis in het water bij PZNL. Toch is er ook veel veranderd. Het werken binnen een middelgrote organisatie is immers anders dan het werken binnen een journalistiek éénmansbedrijf. Het heeft tot gevolg dat ik vooralsnog minder met eindproducten bezig ben (artikelen, brochures, websitecontent), en meer met het nadenken – samen met anderen – over gewenste, nog te ontwikkelen eindproducten.

Bredere bekendheid

Bij de aanstelling werd mijn hoofdtaak duidelijk benoemd: helpen palliatieve zorg een bredere bekendheid te geven, zowel in de maatschappij als in de gezondheidszorg. Eerlijk gezegd ben ik daar nog nauwelijks aan toegekomen. PZNL had, voor de aanstelling van mij en mijn leidinggevende, Shahied Badoella, nimmer een vast communicatieteam gehad. Hoezeer dat gemist werd, werd afgelopen maanden zeer duidelijk. Dus zo liep de agenda al snel vol met tal van grote en kleine taken, vooral dank zij verzoeken van collega-PZNL’ers om hen bij te staan in communicatieve zaken. Een willekeurige greep: meedenken over de communicatie rondom het Onderwijsplatform Palliatieve Zorg (samen met O2PZ) en het Praktijkteam Palliatieve Zorg. Overleggen bijwonen over het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II, en hoe de communicatie daarover het beste bij de belanghebbenden – waaronder netwerkcoördinatoren – terecht kan komen. Meehelpen bij de organisatie van de sessie die PZNL op het Nationaal Congres Palliatieve Zorg hield. Adviezen geven over de VWS-campagne over palliatieve zorg die recent van start is gegaan. Meedenken over de visie, missie, merk- en kernwaarden van PZNL. Betrokkenheid bij de communicatie over het werkbezoek van minister Conny Helder. Persberichten schrijven. Interviews doen voor palliaweb.nl. Samenwerkingsverbanden opzetten met onder meer KWF en Carend. En zo zijn er nog tientallen andere werkzaamheden te noemen.

Extra personeel

Zoals gezegd: aan de hoofdtaak ben ik nog nauwelijks toegekomen. Dit komt omdat deze taak sterk verbonden is met het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II. PZNL is door het ministerie van VWS als regiehouder van dat Programma aangewezen. De verbondenheid met dat Programma ligt voor de hand; het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn rondom palliatieve zorg is één van de twee hoofddoelstellingen van het Nationaal Programma. Een maand na mijn aanstelling, in september, is een plan naar VWS verstuurd, waarin PZNL aangeeft op welke verschillende manieren PZNL het vergroten van dat maatschappelijk bewustzijn wil bereiken. Ik heb in dat plan ook een aandeel in gehad. We willen het onder meer bereiken via het stimuleren van bijeenkomsten en huiskamergesprekken, via het aangaan van (nieuwe) samenwerkingsrelaties met partijen binnen en buiten de gezondheidszorg, via het vergroten van de bekendheid van overpalliatievezorg.nl en palliaweb.nl en via (regionale) publiekscampagnes. Om al dit werk te kunnen uitvoeren, is extra personeel nodig. Zolang dat er nog niet is, kan ik minder hard van start gaan, ook omdat ik de nieuwe collega’s niet voor de voeten wil lopen.

Eigen gezicht

In die drie maanden heb ik uiteraard ook het nodige geleerd over PZNL. PZNL was in mijn ogen altijd een wat zwabberende, gesloten organisatie, zonder een duidelijk gezicht. Ik denk dat ik er op een goed moment ben begonnen, omdat PZNL pas nu, onder de bezielende leiding van de eerder genoemde Shahied, de kans krijgt een eigen gezicht te construeren. Vanuit communicatief-strategisch oogpunt is dit een enorm interessant proces, zeker als je dit verbindt met het doel die maatschappelijke bewustwording te vergroten, vooral omdat het vooralsnog niet direct altijd zo duidelijk is wanneer het over ‘PZNL’ moet gaan of over ‘palliatieve zorg in Nederland’. In het merendeel van de situaties moet het natuurlijk over dat laatste gaan, maar soms kan dat vergroten van het maatschappelijk bewustzijn ook alleen maar slagen als ‘PZNL’ een sterk merk is. Klinkt misschien nog wat cryptisch, maar het geeft wel aan dat zo’n proces een worsteling kan zijn. Vergelijk het met een andere worsteling, die zich bij het vormen van dat eigen gezicht ook aandient: in principe wil PZNL vooral een luisterende, servicegerichte organisatie zijn (gericht op tal van partijen, variërend van individuele zorgverleners en Netwerken Palliatieve Zorg tot verwante landelijke organisaties als O2PZ en PaTz), maar soms wordt van PZNL ook een meer sturende, regisserende rol verwacht. Hoe gaat dat samen in dat ene gezicht? Dat is niet alleen vanuit bestuurskundig perspectief interessant, maar ook uit communicatief oogpunt.

Buiten de ‘eigen zuil’

Tot slot nog een korte vooruitblik. In de komende 100 dagen hoop ik me wat meer te kunnen focussen op mijn hoofdtaak. Als het een beetje meezit, neemt vanaf 2023 de media-aandacht voor palliatieve zorg alsmaar toe, raakt palliatieve zorg ook buiten de ‘eigen zuil’ alsmaar bekender en kunnen tal van regionale projecten, die van waarde gebleken zijn voor het vergroten van de bekendheid over palliatieve zorg binnen een bepaalde stad of streek, ‘opgeplust’ worden naar andere regio’s. Wil je me daarbij helpen? Heb je een tip? Schroom dan niet mij een mailtje te sturen: r.bruntink@pznl.nl.