De statusswitch van de dood

Het kan verkeren: jarenlang was de dood iets om naar te snakken. Maar sinds corona krijgt het weer de positie van weleer: de gevreesde gelijkmaker.

Het lijkt bijna een omgekeerde science fiction-ervaring. Dank zij de manipulatieve mediakrachten van de beroepslobbyisten van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie, de levenseindeterroristen die zich in de Coöperatie Laatste Wil hebben verzameld én voltooidleven-fetisjist Pia Dijkstra (Dood66) stond euthanasie voor mensen met dementie en een gereguleerde staatsdood voor mensen met een gedoofde levenslust (een vermeend ‘voltooid leven’) jarenlang in the spotlights van alle kranten, tv-zenders en andere vertegenwoordigers van de vaderlandse opiniemachine.

De dood, verdorie nog aan toe, daar werden mensen in die tijd van áfgehouden, terwijl ze er toch – verdorie – wel récht op hadden, want kom, waarom zou je moeten lijden, zelfs een hond krijgt eerder een spuitje en zeg nou zelluf, het is toch mijn leven dus toch ook mijn dood, en daar moet de overheid dan dus toch wel – nogmaals verdorie – aan meewerken door wetten te verruimen en door dokters euthanasiaster te maken dan ze nu zijn?

Eén minuscuul virusje en de wereld staat op zijn kop. Ook hoe we naar de dood kijken.

Leeftijdscriterium

Zie de commotie die ontstaat als een groepje vertegenwoordigers van de witte kaste – ingeschakeld door artsenfederatie KNMG en de Federatie van Medisch Specialisten – het leeftijdscriterium noemt bij de triage voor IC-opnames in ‘het zwartste scenario’: het moment dat de IC’s nagenoeg vol liggen en er toch een toestroom is van nieuwe patiënten. Wie mag dan het medische heiligdom in en wie niet?

Grappig detail. Toen de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care in maart het Draaiboek Pandemie in elkaar schoof om triagecriteria te benoemen voor dat ‘zwartste scenario’, werd eveneens het leeftijdscriterium genoemd (80 jaar). Geen haan die ernaar kraaide. Maar nu? Tout oud Nederland staat op de achterste benen. Alsof alle ouderen spontaan vergeetachtig zijn geworden. Selectieve verontwaardiging, daar zijn ze goed in.

Maar goed. Zie eens hoe er nu naar de dood gekeken wordt en hoe anders dat is in vergelijking met die pre-coronatijd. Opeens is de dood niet meer zo gewenst. Opeens wordt de dood zelfs weer gevreesd. Ik zou wel willen weten hoeveel pro-euthanasiasten nu om het hardst schreeuwen dat zij vooral een plekje op de IC verdienen als zij ernstige coronaklachten blijken te hebben.

Kwetsbare kant

Er speelt op dit punt ook nog iets vreemds binnen de medische wereld. In de pre-coronatijd moesten politici zich vooral niet al teveel bemoeien met het werk van de dokters, vonden diezelfde dokters. Regelgeving die hun werk beïnvloedde (rondom medicatie, rondom wachtlijsten, rondom bureaucratie, et cetera) werd standaard verfoeid, maar nu is er een heel andere houding richting politici: ‘Willen jullie ons alsjeblieft helpen met die triageregels?’

Laat me helder zijn: ik vind het prima en prachtig dat het medische veld zich op dit vlak van haar kwetsbare kant laat zien. En ik ben het ook erg eens met de gedachte dat er bepaalde maatschappelijke issues zijn die we, qua besluitvorming, niet alleen bij de dokters moeten neerleggen. Maar tjonge, waarom maakte men dezelfde beweging niet toen ingewikkelde thema’s als ‘euthanasie in de psychiatrie’, ‘euthanasie bij vergevorderde dementie’ of palliatieve sedatie de beroepsgroep sterk verdeelde? Daar lagen/liggen toch ook talrijke morele dilemma’s die vooral om een maatschappelijke in plaats van medische afweging vragen? Toen had men ook kunnen zeggen: ‘Overheid, deze discussies gaan onze medische pet te boven, help ons.’

De conclusie is duidelijk: Magere Hein is dank zij corona weer een gevreesd heerschap geworden. En dat vinden ook de dokters, die met hun recente move richting politiek laten zien dat de dood weer hun meerdere is geworden in plaats van een maakbaar fenomeen.

— einde blog De statusswitch van de dood

N.B. – Donatiemogelijkheid

Als journalist schrijf ik over palliatieve zorg, hospicezorg en uitvaartzorg voor diverse opdrachtgevers. Maar soms zijn er ook verhalen die het verdienen geschreven te worden zonder dat daar een opdrachtgever voor te vinden is. Die publiceer ik gratis op deze website of op de website palliatievezorg.nl. Mocht je dat waarderen, of mocht je onafhankelijke journalistiek in de palliatieve zorg sowieso waarderen, overweeg dan een donatie. Je kunt zelf een bedrag invullen. Alvast dank.

Doneer € -

2 gedachten over “De statusswitch van de dood”

  1. Rob,
    interessante waarneming, stevig verwoord. Hierbij enige gedachten mijnerzijds.

    Ik denk niet dat “Tout oud Nederland” ineens van gedachten veranderd is. Het geluid van de ‘stille meerderheid’ wordt nu eindelijk weer duidelijker gehoord. Doodsangst en overlevingsdrang is immers een van de meest fundamentele menselijke drijfveren, die we delen met alle levende schepselen. Ik-besef is hiervoor niet eens nodig. Het willen ontsnappen aan ondraaglijk lijden doet hier weinig aan af.

    Allocatie van middelen wordt niet enkel gestuurd door medische argumenten. Ik ken de verzuchting van medisch specialisten als het ging om financiele grenzen bv bij kostbare medicijnen: “dan moeten ‘ze’ maar zeggen wie we niet meer mogen behandelen.” Mogelijk ligt daar het antwoord op de vraag die je opwerpt waarom bij andere onderwerpen de beweging in de richting van de politiek niet wordt gemaakt. Immers, daar is de middelen toewijzing door diezelfde politiek niet beperkend voor het medisch handelen. Het aantal IC bedden is wel aan politieke beperkingen onderhevig geweest. “Omdat wij geen onnodige zorg leveren” liggen Nederlandse COVID patienten op Duitse IC’s, waar andere politieke keuzes werden gemaakt.

    De interactie tussen macht, politieke massabeïnvloeding en ethisch handelen door artsen is voor mij een voortdurende bron van overdenking geweest. De rol die artsen zelf speelden in het sociaal darwinistische ‘volksgezondheidsdebat’ in de westerse wereld in het begin van de vorige eeuw speelt hierin een sleutelrol. Die mondde bij de oosterburen oa uit in regionale toetsingscommissies waarin zenuwartsen voor 10 Reichsmark per casus dossiers van mensen uit psychiatrische en andere verpleeginrichtingen afstempelden voor de zogenoemde ‘Gnadentod’.

    Het motto van het illegale Medisch Contact uit WOII blijft mij aanspreken: “Alleen een vrij man (m/v) kan een goed geneesheer zijn”. Vrij van eigendunk, van groepsdenken en politieke dwang.

    Groet ,
    Jos Roelofs

    Beantwoorden
  2. Beste Jos, dank voor je zinvolle reactie. Inderdaad, redelijk stevig verwoord, en blog-eigen heb ik ook wat voor het stijlmiddel van de overdrijving gekozen. Dat die zwijgende ouderen in euthanasie/voltooidleven-debat zo weinig zijn gehoord, is me nog steeds een doorn in het oog. Dat politiek en medische macht in gezamenlijkheid ook tot zeer ongewenste praktijken kunnen leiden is goed om ons te blijven herinneren, denk ik. Ik geloof echter niet in een dokter als ‘vrij man/vrije vrouw’. Dat ligt niet aan het beroep overigens, maar meer aan de gedachte dat ieder individu – soms zelfs zonder het te weten – beïnvloed wordt door de cultuur waarin hij/zij opgroeit en de overheersende normen daarin. Met vriendelijke groeten, Rob

    Beantwoorden

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.